Ik eet graag kweepeergelei, dus heb ik zelf een kweepeer in
de tuin staan.
Het woord kwee wordt gebruikt voor iets of iemand die wel wat op
het ėėn, maar ook op het ander lijkt. Een kweepeer lijkt soms op een peer en
soms op een appel. Dat is wel rasgebonden.
Mijn kweepeer lijkt op een appel.
Het is een zelfbestuivend ras dat naar de naam 'Lescovacs' luistert.
Een kweepeer, Cydonia
oblonga, is op de eerste plaats een
prachtige fruitboom die door zijn leuke blad en zijn grote witte bloesem als sierheester
niet zou misstaan in de border.
In de late herfst zijn de vruchten rijp. Je
kunt dat niet alleen zien, je kunt het ook ruiken. De rijpe vruchten geuren
heerlijk.
Als de vruchten rijp zijn en je zou je tanden erin zetten,
heb je kans dat je naar de tandarts moet. Kweeperen zijn hard en onsmakelijk.
Je moet ze verwerken en pas dan komt de heerlijke smaak naar voren, mede
mogelijk gemaakt door de toegevoegde suiker.
Dit is een tuinblog en geen kookblog, maar ik wil je het
recept van mijn kweepeergelei niet onthouden:
Was de dons van de vruchten,
snijdt ze met schil en klokhuis en al in grove stukken, zet ze net niet onder
water in een grote pan, kook ze tot moes. Stamp ze met een stamper en zeef het
geheel door een fijne zeef. Weeg het opgevangen vocht en doe een derde van het
gewicht aan suiker erbij. Ik gebruik gewone rietsuiker. Kook het in, tot het op
jam of gelei begint te gelijken. De helder gelige vloeistof is nu trouwens mooi
rood geworden.
Opslaan in schone jampotjes.
Een beetje in telegramstijl, maar
zo moet het lukken.
Eet smakelijk.
Ik heb eens een keer een echtpaar gehad die niet wisten, wat
ze met hun kweeperen aan moesten. In ruil voor een zak vruchten wilde ik hen
het recept wel geven.
Enkele weken later kwamen ze terug met de mededeling dat ik voortaan geen vruchten meer zou krijgen, ze vonden de
gelei heerlijk.
Soms zijn de overrijpe vruchten al bruin verkleurd. Maakt niets uit, gewoon meekoken. Je proeft en ziet er niets meer van. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten