donderdag 25 oktober 2018

Vreemd fruit


Vorige week hebben we weer een vrachtwagen vol leuke en bijzondere heesters binnengekregen. 
Veel planten die je bij geen enkele andere Intratuin zult vinden, sterke dwergvlinderstruiken, bijzondere bruidsbloemen, aparte Chinese rozen enzovoorts.

Er zitten ook een paar vreemde fruitsoorten bij zoals een grootbessige vlier (voor zeer gezonde en lekkere jam!), de Saskatoon bes en de roodbessige kornoeljes.

De Saskatoon bes is een selectie van de Amelanchier alnifolia, inderdaad een familielid van ons krentenboompje. Deze bes, die door de Amerikaanse indianen veel gebruikt werd en waarschijnlijk nog steeds wordt, is zeer gezond en lijkt wel wat op de Amerikaanse bosbes. De Amerikaanse bosbes doet het niet op onze kleigrond. De Saskatoon bes wel. 
Naast besleverencier ook een fraai bloeiende heester met prachtige herfstkleuren.

Waar ik ook blij mee ben is de roodbessige kornoelje, de Cornus mas, dit is een oersterke struik die laat in de winter bloeit met gele bloempjes en in de zomer rode bessen geeft. 
Die zijn rauw zuur van smaak, maar ze puilen uit van de vitamine C en met wat suiker is er een lekkere jam van te maken met een karakteristieke smaak. 
In het oosten van Europa wordt deze bes volop gekweekt en daar zijn een aantal grootbladige selectie bekend. Eén van die selecties heet 'Jelico' en die geeft bessen zo groot als kleine pruimpjes. Voor de liefhebber heb ik daar ook een aantal van binnengekregen.

Het is nog steeds mooi weer, dus kom gerust binnenkort langs om in ons fraaie assortiment 
struiken te snuffelen. 
Bloeiende Cornus mas 'Jelico'
Nog net niet rijpe vruchten van de Jelico

Saskatoon Berry
Vlier



 






vrijdag 12 oktober 2018

12-10-18


Vandaag is het 12 oktober 2018, afgekort tot 12-10-18.
Grappig is dat dat ook de afkorting is van de meest gebruikte kunstmest ter wereld. Veel mensen begrijpen niet precies waarom de naam van een kunstmest uit getalletjes bestaat. Dat heeft te maken met de verhoudingen van stikstof, fosfor en kalium die in de meststof zit. Kunstmest zou eigenlijk minerale meststof moeten heten, want in deze tijd waarin het woord biologisch een soort toverwoord is geworden geeft het woord kunstmest een vieze smaak in de mond bij veel consumenten.
 Dat zou helemaal niet nodig hoeven zijn , want de stikstof, fosfor en kalium komen gewoon uit de natuur. Het enige kunstige eraan is dat de drie stoffen in een verhouding worden samengevoegd die in de natuur niet voorkomt. 12 procent stikstof (N) , 10 procent fosfor (P) en 18 procent kalium (K) is dus een NPK meststof in een verhouding die zeer gemiddeld is en waar de meeste planten mee uit de voeten kunnen. Natuurlijk kunnen ze de NPK meststof maken in elke denkbare verhouding, vandaar dat er zoveel verschillende minerale meststoffen bestaan.

Planten hebben om te groeien stikstof, fosfor en kalium nodig en het maakt ze niet veel uit of deze stoffen uit een zak kunstmest komen of uit een zak gedroogde koemest, om maar een organische meststof te noemen. Nadeel van kunstmest is dat het totaal niets voor het bodemleven doet en niet bijdraagt aan verbetering van de grond. Voordeel is dat het zeer geconcentreerd is en dat de voedingsstoffen snel beschikbaar zijn voor de plant. Het heeft daarom alleen zin het te strooien als de planten het goed kunnen gebruiken, dus van april tot en met augustus. Geef het regelmatig in lage doseringen.

Organische mest is uitstekend voor het bodemleven en maakt de grond beter bewerkbaar. Nadeel voor hongerige planten of arme grond is dat de voedingstoffen in lage doseringen aanwezig zijn en dat het langzaam over een lange periode vrij komt. Er wordt vaak veel te weinig van gegeven in te kleine porties. Organische mest kan het hele jaar door gegeven worden.

Het beste is bemesten met organische mest en in het groeiseizoen bijsturen met minerale meststof.

woensdag 10 oktober 2018

Portugese laurierkers


Vanaf het moment dat het niet verantwoord meer is om Buxus te gebruiken als haagplant, wordt er door iedereen gezocht naar alternatieven. 
Ik heb er al eerder over geschreven en nu wil ik het hebben over de Portugese laurierkers.  Deze plant is een groenblijvende heester die het meest lijkt op de echte keukenlaurier, 
maar het blad is niet geschikt voor keukengebruik. 
Van deze Prunus lusitanica waren maar een paar rassen bekend, de gewone, de bonte en de kleinbladige soort. 
Deze laatste die ‘Angustifolia' heet was altijd de beste mogelijke vervanger van de Buxus. Maar daar zijn nu twee nieuwere en mooiere rassen bij gekomen. 
De eerste heet ‘Brenelia’. 
Deze valt, vooral in de wintermaanden, op door de mooie rode bladstelen en takken. Ze groeit ook tamelijk compact opwaarts.
Helemaal nieuw is de selectie ‘Tico'. 
Deze groeit wat sneller dan de ‘Brenelia’ en valt vooral in het groeiseizoen op doordat het jonge blad een fraaie bronsrode gloed heeft.
Natuurlijk hebben we andere Buxusvervangers. 
Laat je echter niet verleiden tot de aanschaf van nieuwe Buxus en als je op kalkrijke kleigrond tuiniert, van de Japanse hulst.   
Deze Ilex crenata doet het bij ons in de klei "voor geen meter".




donderdag 4 oktober 2018

Zwart gras!


Nee, dit stukje gaat niet over een geblakerd gazon, maar over een leuk plantje dat zo op gras lijkt dat het vaak door graskwekers gekweekt wordt en op de meeste tuincentra ook hardnekkig bij de grassen gesitueerd is. 
En geef ze eens ongelijk want de Ophiopogon ‘Niger’, het plantje waar ik het hier over wil hebben, verraad alleen als ze in bloei staat, dat het geen gras is.

De bloei stelt trouwens niet veel voor, maar maakt wel duidelijk dat de plant onder de 
lelie-achtigen valt, hetgeen alleen met een vergrootglas te constateren valt. 
De besjes zijn ook leuk, maar niet om er een appje over naar huis te schrijven.

Wat wel leuk is, is de kleur van het blad en het feit dat de plant groenblijvend is. 
De slangenbaard, want dat is de Nederlandse naam van dit leukerdje, doet het uitstekend in potten en is tevreden met elk plekje in de tuin, of dat nu in de volle zon ligt of in de volle schaduw.  
 Als je het de slangenbaard op de plant af vraagt, is er wel een voorkeur voor een wat meer beschaduwde plek, maar ik heb haar nog nooit horen klagen.

De zwarte vorm is natuurlijk een selectie van de gewone groene, die nauwelijks gekweekt wordt. Vanzelfsprekend heb ik die ook op het tuincentrum staan. 
Deze heeft een duidelijke voorkeur voor schaduw en zal zich prima thuis voelen onder struiken, hagen en bomen en in de noordtuin.

Er bestaat ook nog een dwergvorm van deze groene die bij mij in de tuin welig tiert. 
Ze heeft het zelfs naar de zin onder mijn taxushaag. 
Vreemd genoeg wordt deze vorm zeer weinig aangeboden, maar ik ben op zoek naar een kweker die ze voor mij wil kweken, dus wie weet.