dinsdag 24 mei 2022

Het leven van een bladluis gaat niet over rozen






Je zult maar een bladluis zijn. Je bent je leven niet zeker. Om elke hoek schuilt gevaar. 

Wordt je niet leeggezogen door lieveheersbeestjes en hun jongen, dan zijn er nog sluipwespen, galmuggen, zweefvliegen, oorwormen, roofvliegen enzovoorts die je levend opvreten of uithollen. Er zijn ook nog een hoop vogeltjes die je in de bekken van hun hongerige jongen stoppen. Geen wonder dat ze zich razend snel moeten vermeerderen, anders waren ze binnen de kortste keren uitgeroeid. Gelukkig zijn ze een belangrijke vijand kwijt, de mens.

Vroeger grepen die mensen bij de eerste bladluis die ze in hun tuin ontwaarden naar de gifspuit om ze met chemische oorlogsvoering om zeep te helpen. Gelukkig zijn (de meeste) mensen er tegenwoordig achter gekomen dat de bladluis aan de basis van de voedselketen staat, net zoals het plankton in de oceaan.

Zonder bladluizen geen lieveheersbeestjes en hun vrienden. Zonder die insecten geen spinnen en vogels.

Ik spuit op ons tuincentrum nergens tegen. Er staan dus ook planten waar bladluizen in zitten. Daar worden wij regelmatig op geattendeerd.  Als we uitleggen hoe wij er over denken, wordt het gelukkig vaak geaccepteerd en worden de planten met gratis lieveheersbeestjes- voer met een gerust hart meegenomen.

Laatst sprak ik 2 wat oudere dames die mij aanspraken. Pssst, Peter, er zitten luizen in je rozen. Hoera, riep ik, voer voor alle vijanden van de bladluis en een teken dat wij goed bezig zijn. Ik liet hun de larven van de lieveheersbeestjes zien en de dode bladluizen die door sluipwespen leeggegeten waren en de rode larfjes van de galmug en de poppen van de zweefvlieg. Er ging een wereld voor ze open. Met een blij gevoel namen ze de roos, met bladluis en al mee.