Dat kwekers sneller met nieuwigheden komen dan dat de
gemiddelde tuinliefhebber bij kan houden is algemeen bekend.
Veel van die
nieuwigheden zijn dan misschien wel nieuw, maar geen verbetering.
Toch komen er
elk jaar een hoop nieuwe selecties van planten op de markt, die wel degelijk een
verbetering zijn of een leuke aanvulling.
Het is jammer dat die planten vaak jarenlang in een vergeten
hoekje blijven staan in de hoop dat ze ooit door tuinliefhebbers ontdekt
worden.
Dat heeft natuurlijk een aantal oorzaken.
Sommige kwekers roepen niet
hard genoeg dat ze iets aparts hebben.
Veel hoveniers blijven hun leven lang die
planten in tuinen poten die ze ooit op school geleerd hebben.
(Ik kan vaak aan
het beplantingsplan zien hoe oud de hovenier of de tuinarchitect is.)
Ook veel
inkopers en verkopers van planten leren liever niets bij en blijven het liefst
verkopen wat ze altijd al hebben verkocht.
Dat is jammer, zo ben ik niet, ik
blijf altijd alert en op zoek naar verbeteringen, of naar die planten die in dat
vergeten hoekje staan te wachten op hun doorbraak.
Het is dus de bedoeling dat ik in dit blog die planten in de
schijnwerpers ga zetten.
Aronia appelbes --GROOT en klein--
De appelbes is een familielid van de krentenboom. Er zijn verschillende soorten, maar ze bloeien
allemaal wit, hebben fraaie herfstkleuren en geven eetbare bessen.
In Oost-Europa
worden de bessen veel gekweekt voor de consumptie. Meestal worden de bessen
verwerkt in sappen en jam.
Er zijn appelbessen met rode en met zwarte vruchten.
De Aronia melanocarpa geeft zwarte bessen en kan met gemak 175 cm hoog worden.
Voor mensen die dat wat te hoog vinden, hebben wij nu een mooi partijtje binnen
van de compacte selectie ‘Professor Ed’.
Een prachtige, rijkbloeiende selectie
die rond de 100 cm hoog kan worden. Ideaal voor de wat kleinere tuin en
oersterk.
Onder het kopje de grote en de kleine wil ik steeds een nieuwe
of nog onbekende dwergvorm of compacte vorm van een reeds lang bekende plant
bespreken.
Vandaag de Cornus alba ‘Baton Rouge’.
Dit is de compactere
vorm van de rode kornoelje, de Cornus alba ‘Sibirica’.
Een oersterke struik met
groen blad en witte bloemschermpjes in de lente en witte bessen in de herfst.
Helemaal niets bijzonders, totdat de plant in het najaar zijn blad heeft laten
vallen
(dat rood ten onder gaat). Dan vallen de prachtige rode twijgen op.
Zeker als in de winter het zonnetje door die takken schijnt, lijken ze wel
gloeiend op te lichten.
De ‘Sibirica’ groeit hard en kan flink uitgroeien, de
‘Baton Rouge’ is exact hetzelfde,
maar blijft een stuk lager, wat in de meeste
tuintjes beter uitkomt.
Bij bijna alle kornoeljes die gehouden worden voor hun mooi
gekleurde twijgen geldt dat de ėėnjarige twijgen het mooist van kleur zijn. Je
mag die kornoeljes dus in maart kort terugsnoeien. De uitzonderingen bespreek
ik in een ander bericht.
Photinia --GROOT en klein--
Al flink wat jaren is de glansmispel, Photinia fraseri ‘Red
Robin’ populair. En terecht, het is een groenblijvende heester waarvan het
jonge blad mooi rood van kleur is.
De plant laat zich heel goed snoeien en is
dus geschikt om er een haag of bijvoorbeeld een bol op stam van te maken. Hoe
meer je de takken topt, hoe meer de plant zich vertakt en hoe voller en dichter
hij wordt. En dat is eigenlijk het grootste nadeel van de ‘Red Robin’, de plant
groeit wat pierig.
Eigenlijk zou er een selectie moeten zijn die wat minder
hard groeit en uit zichzelf wat voller groeit. Laat die selectie er nu al
enkele jaren zijn!
De Photinia fraseri ‘Carrė Rouge’ is zeker net zo mooi als
zijn bekendere broertje, maar groeit wat compacter en veel voller. Zeer aan te
bevelen dus.
Wil ik eindigen met een kwaaltje waar veel Photinia’s last
van hebben: ze lijden aan zuinige eigenaars. Zuinig met mest bedoel ik dan. Photinia’s
zijn vreetzakken.
Ze kunnen goed groeien en willen zich goed vertakken als je
ze topt, maar ze hebben er veel energie in de vorm van meststoffen voor nodig.
Als de plant in de grond geen meststoffen kan vinden, dan gaat de plant zijn
onderste bladeren leeg eten en als die leeg zijn de bladeren daarboven,
enzovoorts. Je krijgt dan zielige,
doorzichtige, kale planten.
De oplossing is simpel: in het groeiseizoen een paar keer
extra eten geven doet wonderen.
Een paar jaar geleden was ik dus blij verrast toen ik op een plantenbeurs in Kalmthout , België, een prachtige, compacte en stevige pluimhortensia zag staan.
Ik heb gelijk gemaild met de kweker waar ik al 30 jaar mijn hortensia’s vandaan haal.
Die heeft gelijk actie ondernomen en twee jaar later was ik de eerste die deze prachtige dwergvorm aanbood.
Deze mooie vorm heet ‘Bobo’. Door zijn stevige compacte groei is ze geschikt voor elke tuin en een geduchte concurrent voor de befaamde ‘Annabelle’.
*Dit zijn foto's van de Bobo's in de zomer, dus op dit moment zien ze er niet zo uit.
Photinia fraseri 'Red Robin' |
Photinia fraseri ‘Little Red Robin’ |
Photinia fraseri ‘Carrė Rouge’ |
Hydrangea (Pluimhortensia) --GROOT en klein--
Een heleboel jaren geleden waren er maar een paar
pluimhortensia’s op de markt.
Je had er
een aantal met een open bloeiwijze en je had er eentje met een dichte, volle
bloeiwijze. Die luisterde naar de naam Hydrangea
paniculata ‘ Grandiflora’.
Het was eerlijk gezegd een dweil van een plant, waarvan de slappe takken het gewicht van de zware bloemen niet konden dragen.
Gelukkig zijn er tegenwoordig een hoop betere en sterkere selecties van.
Daar wil ik het in dit stukje niet over hebben, ik moet tenslotte met een dwergvorm op de proppen komen.
Een aantal jaren geleden kwam er een nieuwe, compacte versie op de markt.
Helaas was dit een selectie uit de slappe ‘Grandiflora’. Ze heet ‘Bombshell’ en is net zo een dweil als haar moeder.
Het was eerlijk gezegd een dweil van een plant, waarvan de slappe takken het gewicht van de zware bloemen niet konden dragen.
Gelukkig zijn er tegenwoordig een hoop betere en sterkere selecties van.
Daar wil ik het in dit stukje niet over hebben, ik moet tenslotte met een dwergvorm op de proppen komen.
Een aantal jaren geleden kwam er een nieuwe, compacte versie op de markt.
Helaas was dit een selectie uit de slappe ‘Grandiflora’. Ze heet ‘Bombshell’ en is net zo een dweil als haar moeder.
Een paar jaar geleden was ik dus blij verrast toen ik op een plantenbeurs in Kalmthout , België, een prachtige, compacte en stevige pluimhortensia zag staan.
Ik heb gelijk gemaild met de kweker waar ik al 30 jaar mijn hortensia’s vandaan haal.
Die heeft gelijk actie ondernomen en twee jaar later was ik de eerste die deze prachtige dwergvorm aanbood.
Deze mooie vorm heet ‘Bobo’. Door zijn stevige compacte groei is ze geschikt voor elke tuin en een geduchte concurrent voor de befaamde ‘Annabelle’.
*Dit zijn foto's van de Bobo's in de zomer, dus op dit moment zien ze er niet zo uit.
Lonicera --GROOT en klein--
De groenblijvende struikkamperfoelie, Lonicera nitida is een
struik die altijd wat verwarring
oproept. En kamperfoelie is voor veel mensen namelijk een klimplant met
heerlijk geurende bloemen.
Het zal je verbazen
hoeveel kamperfoelies er bestaan die niet klimmen en die ook niet geuren.
Eėn
van die kamperfoelies is dus de groenblijvende struikkamperfoelie die bloeit
met onopvallend gele bloempjes die geen geur verspreiden.
Het zijn geen
opvallende planten, maar ze zijn wel oersterk en worden vaak als vulheester
gebruikt, maar ook om er hagen van te snoeien. De meest gebruikte voor dat
laatste doel is de Lonicera nitida ‘Elegant’ die, als die eenmaal
tot haagje gesnoeid is, sprekend op een buxus lijkt
Het verschil tussen deze twee zit hem vooral in de
groeisnelheid.
De struikkamperfoelie groeit veel sneller. Hou je dus van
snoeien, dan is er deze struikkamperfoelie.
Slechts enkele jaren geleden kwam ik echter een nieuwe
struikkamperfoelie tegen die ongeveer net zo snel groeit als de buxus, de Lonicera nitida ‘Tidy Tips’.
Dit is dus een prima alternatief voor de buxus.
Wel is het zo dat de blaadjes van deze selectie veel kleiner zijn en dat het
blad in het najaar mooi rood verkleurt. Het is dus geen vervanging, maar een
leuk alternatief voor de gekwelde buxus.
‘Tidy Tips’ is een sterke plant die het op elke normale tuingrond doet en zowel in de zon als in de schaduw naar tevredenheid zal groeien. Ik kan maar ėėn nadeel bedenken en dat is het feit dat de plant vooralsnog beperkt leverbaar is. Bij voldoende belangstelling zal dat ongetwijfeld gaan veranderen.
Lonicera nitida 'Tidy Tips' |
Hydrangea Macophylla --GROOT en klein--
Van de boerenhortensia, Hydrangea
macrophylla, bestaan een paar honderd
verschillende variëteiten.
Het verschil zit hem niet alleen in de vorm en grootte van de
bloem, maar ook in de uiteindelijke hoogte van de plant. Er zijn rassen die met
een beetje geduld en goede wil, bijna 2 meter hoog kunnen worden, maar er zijn
ook variëteiten die met moeite 70 cm hoog kunnen worden.
Veel mensen weten dat helemaal niet en denken dat alle
boerenhortensia’s even hoog worden.
Bij de aanschaf van de plant wordt dus
helemaal niet op de uiteindelijke hoogte gelet met als gevolg dat een veel
gestelde vraag is : “Hoe moet ik mijn boerenhortensia snoeien?
Hij is veel te
groot geworden!”.
Handiger had het geweest als je bij aanschaf van de plant, bedenkt
hoe breed of hoog de plant mag worden op het plekje wat je hem had toebedacht.
Koop dan een plant die die hoogte wordt en niet hoger
Heb je weinig ruimte,
of heb je een plekje waar je een kleine boerenhortensia wilt hebben, kies dan
voor de dwerghortensia.
Eėn van de allerkleinste is ‘Pia’, die slechts 60-70 cm
hoog wordt. Bloeit rijk met rose bolvormige bloemen. De kleinste witte heet
‘Ave Maria’.
‘Purple Dwarf’ bloeit blauw op zure grond met voldoende
aluminiumionen in de grond, op andere grondsoorten bloeit ze rose.
Omdat deze hortensia’s zo klein blijven is snoeien niet
nodig.
Ik vind het trouwens leuk om te melden dat ik in samenspraak met een
kwekerij waar ik al 30 jaar mijn hortensia’s koop een aantal jaren geleden een zogenaamde
dwerghortensia lijn opgezet heb.
Ze worden verkocht onder de naam ‘Little
Hydrangea’.
Het eerste jaar was het direct al een succes, nu kweekt de kwekerij
er al vele tienduizenden en worden de planten over heel Europa verkocht.
Dat
maakt mij toch een beetje trots.
Skimmia--GROOT en klein--
Skimmia’s zijn groenblijvende planten waarbij de
bloemknoppen een grotere sierwaarde hebben dan de bloemen zelf.
Je hebt
vrouwelijke planten, die bessen geven en mannelijke planten.
Bij de mannelijke planten hebben de bloemknoppen dus
de grootste sierwaarde.
Sinds jaar en dag is de Skimmia japonica ‘Rubella’ de
meest bekende en verkochte man.
(Er zijn tegenwoordige mooiere en betere
selecties, kom maar eens een keertje kijken) Deze heeft mooie rode
bloemknoppen.
De laatste 10 jaar zit er flink beweging in het assortiment en
zijn er ook mannelijke planten met groenwitte en meer rose bloemknoppen op de
markt.
Het is ook handig dat er wat selecties in de handel zijn gekomen die een
stuk kleiner blijven dan de ‘Rubella’.
Die kan namelijk meer dan een meter hoog
en breed worden.
Op sommige plekken is dat te groot en zijn selecties zoals ‘Godries
Dwarf’ en ‘Marlot’ meer op hun plaats.
Beide worden niet veel hoger dan 50 cm.
Van
de ‘Marlot’ zijn ook twee bontbladige selecties in omloop: ‘Mystic Marlot’ met zilverbont
blad en ‘Magic Marlot’ met goudbont
blad.
Skimmia’s geven zeven of acht maanden kleur met hun knoppen en geurende
bloemen.
Na de bloei zijn ze gewoon groen en dan kan dat bonte blad net dat
extra in de tuin geven.
Onthoudt dat de Skimmia liever tussen 12.00 en 15.00 uur, niet
in de volle zon staat en dat ze graag
wat zuurdere, losse grond hebben.
Op vette kleigrond is
het dus zaak om flink wat tuinplantengrond of potgrond door het plant gat te
mengen.
Gebruik geen tuinaarde en/of tuinturf, Ik heb eerder al uitgelegd waarom.
Skimmia 'Mystic Marlot' |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten