Schreef ik pas dat geen enkele plant gesnoeid moet worden, vandaag wil ik het hebben over het feit dat er geen enkele plant is, die niet gesnoeid mag worden.
Noem er maar eentje op en ik zal zeggen dat ook die gesnoeid mag worden.
Toegegeven er zijn een aantal planten die van nature, dus uit zichzelf, zonder dat er zich ook maar iemand mee bemoeit, een mooie groeiwijze hebben.
Je kunt meestal gelijk zien dat er iemand was die het niet laten kon een stuk van de plant af te knippen.
Zo'n plant is bijvoorbeeld de toverhazelaar, Hamamelis.
Maar mocht er in jouw toverhazelaar een tak komen die je liever niet op die plek zou zien zitten, schroom dan niet en knip hem weg.
Nog een plant waar je volgens iedereen af moet blijven is de slangenden of apenboom,
Araucaria araucana.
Een oud leraar van mij vertelde ooit een verhaal over zijn bejaarde buren.
Ze waren hun slangenden zat.
De buurman is op zijn gemak etage na etage van de takken weg gaan snoeien.
Op het laatst stond er alleen nog een lange kale stam. Het noodlot sloeg echter toe en de oude buurman overleed. De buurvrouw heeft de kale stam laten staan, ze had wel wat anders aan haar hoofd.
Tot ieders verbazing liep de slangenden in de lente over de hele stam weer uit.
Of het weer een mooie boom werd, vermeld het verhaal niet.
Vandaag heb ik bij mijn oude oom en tante een ceder, Cedrus libani ‘Glauca’ in model geknipt.
Deze plant heette ooit de atlasceder, Cedrus atlantica ‘Glauca ‘.
Niemand heeft het naar mijn idee ooit in zijn hoofd gehaald om een ceder te snoeien. Mijn oom wel. Hij zal hem ooit te groot hebben zien worden en is beginnen te knippen met dit als resultaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten