Toen ik dertig jaar geleden voor het eerst kerstbomen ging
verkopen, verkochten we veel gezaagde fijnsparren, een flinke hoeveelheid fijnsparren
met kluit, die we zelf nog in potten planten, al wat Servische sparren (toen
niemand nog wist waar Servië lag) ook nog wat blauwsparren en heel erg exclusief, een paar
Nordmansparren.
Die waren nog zo exclusief dat ze, voor die tijd, bijna niet te
betalen waren.
Toch werden die bomen graag gekocht, ze waren mooi van naald
en kleur, ze prikten niet en ze vielen
niet of nauwelijks uit. Omdat de belangstelling elk jaar steeg en omdat de boom
kwekers een goede prijs voor de nordmanspar konden krijgen waren er in
Duitsland, Ierland en Denemarken een hoop mensen met flinke stukken grond die
allemaal tegelijkertijd het heldere idee kregen om Nordmansparren te gaan
kweken.
Nu moet je weten dat het ongeveer 7 jaar duurt vanaf het
planten, vooraleer een Nordmanspar groot genoeg is om om
te zagen en te verhandelen. Dus wat gebeurde 7 jaar nadat iedereen het zelfde
heldere idee kreeg: de markt werd overspoeld met nordmannen. En wat gebeurt er
als er ergens heel veel van is: de prijs stort in. Leuk voor de particulier,
maar een hoop kerstbomen kwekers stopten met hun nordmansparren. De bomen
werden weer schaars en duur, de kwekers gingen weer planten, er kwam weer een
overschot. Nou je begrijpt wel dat de prijzen van de Nordmanspar nogal kunnen
schommelen. Je weet nu hoe dat komt.
“Maar Peter, wat heeft dat nu met de varkenscyclus te maken?”
Een aantal jaren geleden, toen we nog veel varkensvlees
aten, werden er veel varkens vet gemest als de prijs van het varkensvlees
steeg. Zoals je nu wel begrijpt zakte de prijs als al de varkens vet waren, enzovoorts,
enzovoorts. Dat noemt men de varkenscyclus, vandaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten