woensdag 14 december 2016

Beestjes



Weet je wat ik zie als ik aan ‘t tuinieren ben? 
Allemaal beestjes, allemaal beestjes, om mij heen!
Tuinieren gaat niet alleen over planten, maar zeker over beestjes. 
Er zijn in de tuin heel veel beestjes en dan heb ik het niet alleen over bladluizen en slakken, maar ook over vlinders en motten, wormen en duizendpoten, mieren en pissebedden, trips en cicaden, kevers en torren enzovoorts. 
Laten we daar blij mee zijn, want al deze beestjes zijn voedsel voor elkaar en voor vogels en zoogdieren als de spitsmuis en de egel. 
Al die beestjes horen er gewoon bij. 
Veel van al die krioelende diertjes helpen trouwens mee met de vertering van afgestorven plantendelen. Ze zijn onderdeel van het ecosysteem van je tuin.

De tijd dat de gifspuit werd gegrepen bij het ontwaren van welk insect dan ook, ligt gelukkig bijna achter ons. Toch zijn er nog steeds mensen die min of meer in paniek raken als ze een gaatje in een blaadje ontwaren. Geeft niet, laat maar gaan. 
Planten zijn meestal wel bestand tegen wat vreterij .  
Er zijn bijvoorbeeld een aantal spinselmotten waarvan de rupsjes in een nest van spinseldraden leven.   
Die nesten kom je in de zomer wel eens tegen in meidoorn struiken en kardinaalsmutsstruiken. 
Die planten kunnen tot op het laatste groene blaadje opgevreten worden. Toch zal de plant er nooit aan dood gaan. 
Ook de kruisbes kan door de rupsjes van de kruisbesbladwesp geheel kaal gevreten worden. 
Het kan zijn dat de oogst van kruisbessen tegen zal vallen, maar de plant zelf heeft er geen merkbare last van. Het is vaak de eigenaar van de plant die er meer last van heeft. 
Hij of zij wil geen hapjes uit of gaatjes in de blaadjes. 
Leer er mee leven. 
Planten die altijd aangevreten worden hebben het gewoon niet naar hun zin in jouw tuin. Rooi ze of verplant ze, maar blijf je er niet aan ergeren. 
Plant iets anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten