Hosta’s zijn prachtige bladplanten. Ze zijn er met heel veel verschillende bladvormen, bladgroottes en bladtekeningen. Zilverwitte of goudgele randen,
strepen, harten, noem maar op. Er bestaan tegenwoordig enkele duizenden soorten
en rassen.
Ik heb zelf een aantal rassen in de tuin staan, waaronder de
piepkleine ‘Blue Mouse Ears’ en de reusachtige ‘Empress Wu’.
Naar mijn mening zijn er veel en veel te veel rassen.
Soms
zijn de verschillen minimaal.
Ik heb een wel eens de opmerking van een
hosta-o-loog gelezen die zei, dat als je van 10 meter afstand niet kunt zien
wat het bijzondere is van een nieuwe Hosta, dat het niet echt een aanvulling is
van het assortiment. En daar heeft hij gelijk in.
Er rust een grote smet op de Hosta, en dat is dat de plant aantrekkelijk
is voor slakken.
Nu is dat een opmerking die wat genuanceerd moet worden. Bij
al die Hosta’s zijn er namelijk heel veel waar slakken dol op zijn, maar ook
een aantal waar ze hun neus voor ophalen. Sommige Hosta’s hebben namelijk
dikker en taaier blad.
Een Hosta met dun en teer blad wordt snel opgevreten,
maar de taaie Hosta wordt gepasseerd. Ik mag natuurlijk niet beweren dat deze
planten niet aangevreten zullen worden, maar ze zijn beslist slakresistenter.
Het begon met de prachtige ‘Halcyon’ met blauw begrijpt
blad. Daar zijn tegenwoordig een aantal afwijkende selecties van die ook dat
taaie blad hebben.
Ik heb een aantal van die sterke soorten door een goede
kweker laten kweken.
Mijn artistieke jongste broer heeft voor mij een leuke
slak getekend die afkeurend zijn tong uitsteekt voor die
taaie Hosta’s.
De eerste van deze sterke Hosta’s, compleet met de tekening van Slik
de slak, heb ik van de week binnengekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten